een Geldersch Dorp, tusschen de Maas en Waal. Toen, in 1547, het Hertogdom Gelder en het Graafschap Zutphen geschat waren op 75000 guldens, stond Nijmegen op 24342 guldens, en daarin droeg Maas en Waal 3896 guldens, en Dieden, met het Dorp Oijen, 194 guldens en 16 stuivers.
Dit Dieden en Oijen is te zamen ééne Heerlijkheid. In het jaar 1440 werd dezelve, door Hertog ARNOUD, aan DIRK VAN BRONKHORST, Heer van Batenburg, verpand, voor 6000 goudguldens. Vier jaaren daarna ontstond daarover verschil, met den Heer van Wezemale, die voorgaf, eenig recht op deze Heerlijkheid te hebben; doch men wees hem aan, dat de Heerlijkheid Dieden en Oijen, aan hem of de zijnen, zedert verscheidene jaaren, niet behoord had.
Dieden, of ook wel Dieten, ligt een groot uur gaans boven Oijen, tusschen Megen en Ravestein, aan den Maasdijk. Het kerkje van Dieten heeft een dikken Toren, wordende de Gemeente aldaar bediend door den Predikant van Appelthern. Dieden en Oijen behooren thans aan twee onderscheidene Heeren.
