een aanzienlijk Geslacht, reeds sedert veele jaaren, zo in 's Gravenhage als te Amsteldam, bekend, en waarvan nog verscheidene voornaame mannen in wezen zijn, die zo in Staats, als Stadsbestuur, en in den Kriigsdienst, den Lande aanmerklijke diensten beweezen. Een Lid van dit Geslagt, terwijl wij dit schrijven, in 1788, de Heer ABRAHAM DEDEL, bekleedt thans te Amsterdam de Burgemeesterlijke, een ander, de Heer WILLEM GERRIT DEDEL Salomonsz, de Oud-Burgemeesterlijke waardigheid.
Van de Manhaftigheid van den Schout-bij-Nacht, broeder des laatstgenoemden, hebben wij de blijken verhaald op ’t Art. BENTINK, onder het berigt wegens den slag op Doggersbank.