Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

CATSWOUDE of Catwoude

betekenis & definitie

een Dorp in Hollandsch Waterland, hebbende, al vóór veele jaaren, aan het Baljuwschap Blois of Beverwijk behoord, doch naderhand, door koop van de Graaflijkheid, een eigendom der Stad Edam geworden.

Volgens VAN DES HOUVE, is deze naam mede oorspronglijk van de Catten; tot welk gevoelen wij eerder zouden overhellen, dan tot de gedachten van SOETEBOOM, die den naam zegt afkomstig te zijn van de meenigte van Muiskatten, die zig, in het woud en daaromtrent, onthielden. Mogelijk is die gedachte ontleend uit het wapen van Catwoude, zijnde een Kat in een Boom.

De omtrek van de Ban en Polder van Catwoude beslaat zeven honderd en drie morgen en zeven-en-twintig en een halve roede. Men schat het getal der huizen op agt-en-dertig. Ten aanzien van het rechtsgebied, behoort het, ten deele onder Edam, en ten deele onder eene bijzondere Regeering, die het op zig zelf heeft.

< >