een zeer treffelijke en neeringrijke Buurt, beter den naam van een Vlek waardig, in de Friesche Grietenij Gaasterland, onder het Kwartier van de Zevenwolden. In dezelve wordt jaarlijks, in de maand September, eene aanzienlijke markt van allerleije Koopwaaren, inzonderheid van Rogge en andere Graanen gehouden.
Aldaar is ook een zeer fraai Rechthuis, voorzien van een toren en uurwijzer. Voorheen lag deeze buurt ten Zuiden en ten Westen aan zee; doch tegenwoordig is dezelve, door de verlanding, ’er vrij verre van afgescheiden. Nabij dezelve, aan dien kant, ligt het dorp Harig. Een stuks weegs dieper landwaards in, is een plaats, alwaar reeds ten tijde van WINSEMIUS, zo wel als nog heden, jaarlijks, op den 26sten Augustus, de Wilde-Markt gehouden werd; op welke markt veele Kooplieden, zo uit Holland als Overijssel, gewoon waren met hunne waren te komen: wordende de handel, naar ouder gewoonte, onder den blooten hemel verricht. Op eenigen afstand van de Marktplaats liggen verscheiden Dorpen. Geduurende de al vernielende twisten der Schieringers en Vetkoopers, in Friesland, heeft dit Balk verbaazend veel onheils geleden. In het jaar 1486, werd het door IGO GALAMA, een der Hoofden van de Vetkoopers, bijna geheel in de assche gelegd; waar van SCHOTANUS dit volgend verhaal geeft: „’s Nachts, tusschen St. Steven en St. Jan, brande Igo Galama, dit Balk geheel af, met deszelfs muuren.” Hier door word het zeggen van veele anderen bevestigd, dat Balk, vóór deeze verwoesting, met muuren omgeeven was. Groot nadeel leed deeze Buurt mede, geduurende de Spaansche oorlogen, in welke het, meer dan eens, geplonderd is geworden. De Predikant van Balk behoort onder de Klassis van Sneek. Ook is ’er eene Doopsgezinde Gemeente, die door twee Leeraaren bediend wordt.
WINSEMIUS, Beschrijving van Friesl. achter zijn Chronijk; SCHOTANUS, Chronijk, fol. 371, 373 en 738.