Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ARKEL, Heijman van

betekenis & definitie

De vermaarde Delvenaar, PONTUS HEUTERUS en anderen, houden deezen voor den eersten Heer van Arkel. Zij zeggen dat hij uit Hongarijen in Holland gekomen, en een dapper Held geweest is; daar bij voegende dat DIRK DE II, Graaf van Holland, hem het Land van Arkel, en ook dat van Leerdam, uit aanmerking zijner verdiensten, schonk; doch anderen, die deeze zaak met meer oplettendheid nagespoord hebben, klimmen op tot lang vóór dien tijd.

A. KEMP, en anderen, stellen dat een van HEIJMANS voorzaaten, JAN genaamd, wel twee honderd jaaren vóór de aanstelling der Hollandsche Graven, de eerste Heer van Arkel was. Deeze zou, volgens de Geschiedverhaalen, in de jaaren 641 en 642, ten dienste van DAGOBERT, der Franken Koning, onder het beleid van PIPIJN VAN HERSTAL, Hertog van Braband, in de Nederlanden gekomen zijn, de Friezen hebben helpen overwinnen, en het Kasteel Wiltenburg (Utrecht) inneemen; en dat DAGOBERT hem, ter belooninge hier van, een groote streek Lands, tusschen de Lek en Waal, aan de Rivier de Linge, in eigendom zou gegeeven hebben; op welken grond hij eene Kerk, in plaatse van den Heidenschen Tempel, weleer aan HERCULES gewijd, zoude gestigt hebben: waar door de naam ARKEL zoude ontstaan zijn.

Dat verder, eenige jaaren daarna, de Friezen, Deenen en Noormannen, met hunne invallen, die Kerk, Slot en andere goederen van Heere JAN zouden verbrand hebben: door welke verwoesting gemelde Heer JAN genoodzaakt was geworden, de vlugt naar Frankrijk en zijn verblijf te Pierepont te neemen, alwaar hij overleed, nalaatende eenen Zoon HEIJMAN, die aldaar mede overleed, en een Zoon, JAN genaamd, naliet; welke JAN aldaar een Vest en Slot deed bouwen, dat door eenen FRANCION verwoest werd: om welke verwoesting hij, door JAN, werd omgebragt.

FRANCION een Broeder van den Hertog van Bar, en dus van Koninglijken bloede zijnde, vond JAN zig genoodzaakt, uit Frankrijk te vlugten; en na veel omzwervens, begaf hij zig na het toen woeste en onbewoonde Land van Arkel, alwaar hij, in het jaar 694, de vernielde Kerk deed herbouwen; om welken tijd, men zegt, dat hij overleed, nalaatende eenen Zoon, HEIJMAN genaamd. Deeze HEIJMAN, die ter Vrouwe had TECLA, Dogter van WOLBRANDT, Zoon van den eersten Heer van Egmond, diensde allereerst PIPIJN, Koning van Frankrijk, daarna Keizer KAREL DEN GROOTEN.

Eenen hoogen ouderdom bereikt hebbende, werd hij, in 783, in eenen slag, aan de Rivier de Elve, tegen de ongeloovige Friezen, gedood. Bij gemelde TECLA had hij gewonnen eenen Zoon JAN, die, in het jaar 818, door den Keizer, Burgtvoogd tegen de Westfalingers gemaakt werd, en overleed in 856. Van deezen bleef weder na een Zoon HEIJMAN, Ridder, eerst Hoveling van LODEWIJK DEN GODVRUCHTIGEN, en daarna Kamerheer van den Hertog van Lotharingen. Bij zijn overlijden bleeven van hem na twee Zoonen, POPPO, of FOPPO, en JAN, die zijnen Vader opvolgde; hij sneuvelde in eenen Veldslag, die gehouden werd, tusschen LODEWJJK DEN VIERDEN, Koning van Frankrijk, en Keizer HENDRIK DEN VOGELAAR, om het bezit van Lotharingen, in het jaar 935.

Van deezen FOPPO bleef na HEIJMAN, dien wij zo even zeiden, door P. DE HEUTER, de eerste Heer van Arckel genaamd te worden; waarin hij, door GOUDHOEVEN en anderen, in hun berigt van dit vermaard Geslacht, gevolgd word. Ook zeggen zij, dat hij in dienst geweest is van Keizer OTTO DEN GROOTEN, die hem met eenig Volk naar Neder-Saxen, of Oost-Friesland zond, om met TIELEMAN, Landvoogd van dat gewest, nu het Hedendaagsch Friesland, te bestieren. Daar zijnde, schaakte hij de Dogter van gemelden TIELEMAN, SILLA, of GILLA genaamd, nam met haar de vlugt naar Holland, en trouwde aldaar.

DIRK DE II, Graaf van Holland, maakte hem, volgens eenigen, tot zijnen Hofmeester, volgens anderen, tot Stadhouder van Friesland; 't geen niet mooglijk is, om reden dat gemelde DIRK daar over geen magt had: zekerder is het, dat hij, door den Graaf, op nieuw, met zijne vooroudlijke goederen begiftigd werd. Volgens W. VAN GOUDHOEVEN, stierf hij Ao. 980; volgens anderen in 990: doch KEMP stelt zijnen sterftijd op het jaar 996, nalaatende POPPO, of FOPPO, en DODO; van welken laatsten men wil, dat de Geslachten van DALEM, GELLEKUM, SEVENDER en HAASTEN zouden afkomstig zijn.

< >