Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

AMSTEL, HEEREN VAN

betekenis & definitie

een zeer oud en vermaard Geslacht, van ouds genaamd AEMSTEL, VAN AMSTELLE, en ook VAN AMSTELLA, volgens de uitspraak der oude Chronijkschrijveren. Onder deeze Stichtsche Edelen vindt men, in Brieven van het Jaar 1105 en 1126, gewag gemaakt van eenen WOLFGER VAN AMSTEL, als Schout van Amstelle, zonder meer.

In eenen anderen van ANDREAS, den vijfentwintigsten Bisschop. In het Jaar 1131 vindt men genoemd EGBERTUS DE AMSTELLE en GODEFRIDUS DE AMSTELLA, zonder dat men bepaalen kan, of deeze beiden Broeders geweest zijn.

< >