Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ALBERTSBERG of ALBRECHTSBERG,

betekenis & definitie

was, voorheen, bij Haarlem, een voornaam Slot, of, zo als LEEGWATER zegt, het Hof en de Schatkamer der Graaven van Holland, in dien oord. Aldaar hebben zij hunne Handvesten en opene Brieven gegeven.

Naar allen schijn moet de stigting daar van worden toegeschreven aan FLORIS DEN TWEEDEN, bijgenaamd DEN VETTEN, die in de geschiedenissen zo bekend is, en geregeerd heeft, van ’t Jaar 1091 tot 1122. Uit eene zeer oude Chronijk is op te maken, dat het niet later kan gebouwd zijn: want daar in word verhaald, dat Graaf DIRK, te weeten de Zesde, een Broeder had, dien men den Zwarten noemde; deeze beide waren Zoonen van FLORIS DEN VETTEN. FLORIS verzette zig tegen zijnen Broeder DIRK, omtrent het Jaar 1132, zo dat hij Holland ruimde, naar Friesland trok, den Landzaaten bijstand verleende, met hun voor Alkmaar kwam, die Stad verbrandde,en verder een geheel Jaar met de Kameniers oorloogde, doordien veelen van het gemeens Volk hem toevielen. Deeze FLORIS DE ZWARTE, (bij HALMA staat verkeerdelijk DE VETTE) volgens dien Chronijkschrijrer, leidde, in eenen dag, al het Land daaromtrent in koolen, zelfs mede tot Graave DIRKS Wooning, te Albrechtsberg en Haarlem toe. Doch dat dit Slot naderhand bewoond is, en gevolglijk herbouwd, blijkt genoegzaam daar uit, dat Graaf FLORIS DE VIJDE, in de Jaaren 1284, 1288 en 1292, verscheidene Brieven en Handvesten aldaar bezegeld heeft: gelijk ook naderhand JAN DE DE TWEEDE, in 1303. Dit Albrechtsberg in Kennemerland, hoewel meermaal herbouwd, is, echter, door den tyd vergaan.Zie HALMA, en zijne aangehaalde Schrijven.

SMIT, in zijn Schatkamer der Nederlandsche Oudheden, geeft ’er de Afbeelding van, zo als het zig vertoonde, Ao. 1706, uitmakende een oud en nieuw zamenstel. Want in den middelsten muur bevond hij den Ingang gemaakt tot het Woonhuis, en in den slinker vleugel van eenen gemeenen dikken muur, de deur om in den Bogaard te gaan; en aan de regter zijde ’t Kapelletje van S. Petronell. Doch ROCHMAN, zegt hij, tekende de ruïne van dit Huis, uit de Bogaart op zij, beter als ik, die het van vooren op de plaats afschetjste. Dat dit Huis der Graaven Hof en Schatkamer geweest is, (zegt hij verder) hebben de bewoonders van ’t vertimmerde gebouw naderhand willen aantoonen uit de woorden, die zij, in den Bogaard, op hardsteen gesteld hebben.

HIC QUONDAM HOLLANDIAE CURIA:

d. i. Hier was eertyds het Hof van Holland.

De Schrijver van ’t vervolg op gemelde Schatkamer, voegt ’er, uit BOXHORN, Toneel van Holland, bij: Tusschen Haarlem en Alkmaar, is een berg of hooge plaats, tot eere van den H. Adelbertus gewijd, gemenelijk gezegd Alberts-berg, daar de Graaf, als Heer van Kennemerland, begroet werd, met een slaatelijke vergadering des Volks en des Adels. Tot slot zegt hij, uit de aantekeningen van PARS, in zijne Katwyksche Oudheden, dat dit Huis gedaan heeft, digt bij een tak des Rhijns, welke daar voor bij liep.

Van dit huis Albertsberg, was de Heer ALB'ERTUS LIPPERT, in den jaare 1750, bezitter. Het heeft thans weinig aanzien; dog, wegens deszelfs voorigen luister, draagt de onderhoorige landstreek als nog den naam van Albrechtsberg, en ook Bloemendaal. Het is het Noordelijkste van drie zamengevoegde Ambachten, in de Baljuagie van Brederode , tusschen Tetrode en Velzen, ten Oosten heeft het Zuid-Akendam, Hoogervoord , Schoot en en Zaanen. Dit Albertsberg of Bloemendaal, zo als het, in de gemeene benaamning, beter bekend is, heeft een Kerkje, onder welk ook die van Tetrode en Overveen behooren, ’t welk in ’t jaar 1633 volbouwd, en ’t eerste is, waar van men aldaar gemeld vindt; schoon ’t denkelijk zij, dat, in voorige tijden, de zogenaamde Kapelle van Petronella, ter oeffeninge van den Godsdienst, zal gebruikt zijn, waar in, nog voor weinige Jaaren, ééns’s jaars dienst plagt gedaan te worden, maar thans niet meer. Men mag van dit Kerkje van Bloemtedaal zeggen, dat deszelfs Bouworde bevallig en deftig is; uit het midden des Daks rijst een achtkant Torentie, met een dergelijk spits gedekt; het Kerkhof daar rondom is met geboomte beplant, en strekt tot sieraad van deezen aangenaamen oord, waarin men veele aanzienlijke Lustplaatzen en schoone Lijnwaat- en Gaarn-Bleckerijen vindt.

In ’t Jaar 1722 is Tetrode of Overveen, Albrechtsberg of Bloemendaal en Vogelenzang, aan de Stad Haarlem verkocht, voor 3100 Guldens; uit welk recht van aankoop en eigendom, Burgemeesteren dier Stad aldaar een Sterf- en Ambachtsheer aanstellen. De Regeering van het zelve bestaat uit een Schout en Secretaris, met vijf Schepenen. Dit Ambagt is ook zeer bekend, van vroeger tijden af, in de Kerklijke Historie van Nederland, door het prediken van P. GABRIEL en JAN ARENDS, in den Jaare 1556, voor eene schaare van niet minder dan 5000 Menschen. Zie verder OVERVEEN.

Zie VAN DER HOUVE; SMIT; PARS; Handvesten; Staat der Nederlanden, VIII. Deel, pag, 215 en 285. BRANDT, Reformatie.

< >