Zoon van RINCK, geteeld bij HIL of HIJLK ROORDA, was getrouwd met ALK GALAMA, onder Huwelijks voorwaarden, getekend op den 19den van Maart 1564. Hij verwekte bij dezelve een Zoon, THEUNIS VAN AILVA, die, voor dat hij, door zekeren KUIK, doorsloken werd, zig had in den egt begeeven met eene Dogter van den vermaarden BARTEL, of BARTHOLD ENTENS VAN MENTHEDA, en DORA VAN MARTENA.
Na liet gemelde ongeval, hertrouwde zijne Weduwe aan SJUK VAN BURMANIA , Grietman van Wimbritzeradeel. De Zuster van deezen WIJBRAND was gehuwd aan JAN BONGA, en daar door te sterker verbonden aan de partij der Edelen. Na den overgang van Sneek aan de zijde van Oranje, betoonde hij zig openlijk daar voor, bekleedde aldaar den aanzienlijken post van Olderman, en kreeg dus vergelding van geleeden Ballingschap en schade, door het vonnis van Alba.De vermaarde GELLIUS SNECANUS zegt van hem, in een zijner vaerzen:
Hic pietatis amans Wibrandus ab Alua, qui tum
Exilio & vinclis tristia quaeque tulit.
Sed ne cede malis, in Christo fortior ito:
Hunc si respicias mitius ista feres.
Na dat de berugte LEICESTER, door zijne doorsleepene geveinsdheid, veelen hadt weeten te verleiden en aftetrekken van de verschuldigde gehoorzaamheid aan de wettige hooge Overigheid, ja het gedrag der Staaten verdacht maakte, wierpen veelen, en wel in het bijzonder de Geestelijken, hun oog op Koningin ELIZABETH, om aan haar, (die men als de eenigste beschermster aanzag) de oppermoogenheid aantebieden. Utrecht was hier in voorgegaan, en de beruchte Prouninck bevlijtigde zig, om meer andere Landschappen te doen volgen. Groningen en Friesland helden mede reeds tot deeze Gedachten; ten minsten de Predikanten, in de laatstgenoemde Provintie, gaven hier zo veel gehoor aan, dat zij, na ’t houden van twee bijeenkomsten, tegen de vermaaning van Graave WILLEM LODEWIJK, die hun op ’t ernstigste ried, zig met geene Staatszaaken, als zijnde buiten hun bedek, intelaaten, echter, op kosten der Kerke, eenen Leeraar naar Engeland zonden. Dewijl dit den weg baande, voor hun, die naar verandering haakten, was het oorzaak dat een groot getal andere Ingezetenen van dat gewest, en inzonderheid uit Oostergoo, te Leeuwaarden, van tijd tot tijd, bijeenkomden hielden, en zeer onbedacht, zonder voorgaande zamenroeping van den Adel en de Eigenerfden, of volmagtigden ten Landsdage, twee gezanten verkooren, waar van deeze WIJBRAND AILVA de eene, en DOMINICUS RICHAEUS VAN POSTELLA de andere was, om, in naame der gemeene Volmagten van Oostergoo, en de Volmagten en Bondgenooten van Westergoo, de Zevenwouden en de Steden, aan gemelde Koninginne de Hooge Overheid van van Friesland aantebieden. De Hoofdaanleiders van dit onbezonnen en onbegaanbaar ontwerp waren HESSEL AISTMA en zyn Broeder en Zwager.
