Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ABORIGINES

betekenis & definitie

is de naam, welken, volgens TACITUS, de Oude Duitschers zouden gedragen hebben, als afkomstig van Tusco, een afstammeling van Japhet; hoewel andere dien doorluchtigen Romein hebben tegengesproken. De zulken beuzelen, gewisselijk, die waanen, dat zij geene Voorouders gehad hebben, en uit de Aarde zijn voortgesproten.

< >