Definities van Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen in de Ensie W
- Waaien
- Waanwijs
- Waanzinnig
- Waar
- Waar — waarschijnlijk
- Waarachtig
- Waarborgen
- Waard
- Waard zijn
- Waarde
- Waarde — waardij — gehalte
- Waardeeren
- Waardig zijn
- Waardigheid
- Waardij
- Waarnemen
- Waarschijnlijk
- Waarschuwen — verwittigen
- Wachten
- Wachten (zich)
- Wagen
- Wagen — koets — kar — rijtuig
- Wagenmenner
- Waggelen — wankelen
- Wakker
- Wal
- Walg
- Walging
- Walm
- Wanbedrijf
- Wanbegrip
- Wand — muur
- Wandelen
- Wanen
- Wang — koon
- Wangunst
- Wankelen
- Wanneer — als — bijaldien — indien — ingeval — mits — tenware — tenzij — zoo
- Wanschapen
- Wanstaltig
- Wantrouwen
- Wapenschorsing
- Wapenstilstand
- Warande
- Warm
- Wasem
- Wassen
- Waterkeering
- Wed
- Weder — terug
- Weder tot gezondheid komen. beteren is van een slechten toestand lang¬zaam in een goeden komen. bekomen
- Wederhelft
- Wederkeerig
- Wederom
- Wederstaan
- Wederstreven
- Wedervaren
- Wedervaren — bejegenen
- Wederwaardigheid
- Wederzijdsch
- Wee
- Week
- Weelderig
- Weergaloos
- Weerzin
- Weetgierig
- Weg
- Wegblijven
- Wegsluiten
- Wegsterven
- Wegwaaien
- Wegwijzer
- Weide
- Weifelen
- Weigeren
- Weiland
- Wel
- Welbespraakt — welsprekend — woordenrijk
- Weldra
- Weleer
- Welgelukzalig
- Welgemanierd
- Welgesteld
- Welhaast
- Wellevend
- Wellicht
- Welsprekend
- Welstand — welvaart — welzijn — welvaren — voor¬spoed — bloei
- Welvaart
- Welvaren
- Welvoegelijk
- Welzalig
- Welzijn
- Wenden
- Wensch
- Wenschen
- Wentelen
- Wereld
- Wereldsch
- Werk