en evenzoo bijkomen, wordt gebezigd van een schrik, een flauwte, enz. Herstellen ziet op het terug krijgen der verloren krachten en het weder in den vorigen staat van gezondheid komen.
Opkomen is het herstellen uit eene zware ziekte, waar groot gevaar bij was. De beteekenis dezer woorden kan overigens blijken uit den volgenden zin: Sinds hij van zijne laatste flauwte bekomen is, betert de zieke van dag tot dag, zoodat er gegronde hoop bestaat, dat hij er van zal opkomen, ofschoon het nog lang duren kan, eer hij hersteld is. Ik begin nu pas te bekomen van dat schrikken. In de lucht kwamen die flauw gevallen waren spoedig bij.