- rondgaan
- rondgeven
- rondgraaien
- rondhangen
- rondhollen
- rondhoren
- rondhossen
- rondhuppelen
- rondkijken
- rondkomen
- rondkrijgen
- rondkruipen
- rondkuieren
- rondleiden
- rondlopen
- rondlummelen
- rondmailen
- rondmaken
- rondneuzen
- rondparaderen
- rondpompen
- rondrazen
- rondreizen
- rondrennen
- rondrijden
- rondscharrelen
- rondscheuren
- rondschuimen
- rondshoppen
- rondsjouwen
- rondslaan
- rondslenteren
- rondslingeren
- rondsloffen
- rondsluipen
- rondsnuffelen
- rondspelen
- rondspeuren
- rondspoken
- rondspreken
- rondspringen
- rondsproeien
- rondstappen
- rondstralen
- rondstrooien
- rondstruinen
- rondsturen
- rondtasten
- rondtoeren
- rondtollen
- rondtrekken
- rondvaren
- rondventen
- rondvertellen
- rondvliegen
- rondvragen
- rondwandelen
- rondwaren
- rondwentelen
- rondzenden
- rondzeulen
- rondzien
- rondzingen
- rondzoeken
- rondzoemen
- rondzwaaien
- rondzwalken
- rondzwemmen
- rondzwermen
- rondzwerven
- rondzweven
- rondzwieren
- ronken
- ronselen
- röntgenen
- rooien
- roosten
- roosteren
- roskammen
- rossen
- roten
- roteren
- rotten
- rotzooien
- rouleren
- routeren
- rouwdouwen
- rouwen
- rouwklagen
- roven
- royeren
- rubriceren
- ruften
- rugbyen
- ruggensteunen
- ruien
- ruiken
- ruilebuiten
- ruilen
- ruimen