Werkwoorden vervoegen
rondspeuren
Tegenwoordige tijd rondspeuren
Ik speur rond
Jij speurt rond
speur jij rond?
U speurt rond
Hij/Zij/Het speurt rond
Wij speuren rond
Jullie speuren rond
Zij speuren rond
Verleden tijd van rondspeuren
Ik speurde rond
Jij/U speurde rond
Hij/Zij/Het speurde rond
Wij speurden rond
Jullie speurden rond
Zij speurden rond
Voltooid deelwoord van rondspeuren
rondgespeurd
Tegenwoordig deelwoord van rondspeuren
rondspeurend