troskieuwige visch, behoorend t/d stekelbaarzen, levend i/d Atl. Oc. en de Middell.
Zee. tot 20 cm lang, rn/e kop eenigszins gelijkend op dien v/e paard. De eieren worden i/e zak a/d buik v/h mannetje uitgebroed. Heeft een grijpstaart en is met stekels bezet.