Zeepaardje
o. (-s), geslacht van troskieuwige zeevisjes waarvan de kop op een paardekop gelijkt (Hippocampus); zij zwemmen rechtopstaand ; bij ons zeldzaam (H. europaeus).
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), geslacht van troskieuwige zeevisjes waarvan de kop op een paardekop gelijkt (Hippocampus); zij zwemmen rechtopstaand ; bij ons zeldzaam (H. europaeus).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
sierlijk klein waterdiertje. sierlijk klein zeevisje dat eruit ziet als een klein paardje met een gekrulde staart. Wordt veel minder frequent zeepaard genoemd. Voorbeelden: Je zou het niet geloven, maar zeepaardjes zijn vissen [...]. Er zijn 35 soorten zeepaardjes bekend. De grootste is ongeveer 30 cm, de kleinste (het dwergze...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
zeepaardje - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) Hippocampus, zeevisje waarvan de kop op een paardenkop lijkt en al rechtopstaand zwemt zeepaardje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeepaard Woordherkomst samenstelling van zee en paardje . Deze kleine vis heeft namel...
drs. L.A. Beeloo (1981)
een visje van 10 tot 18 cm lengte, dat ook in de Noordzee voorkomt. Het zwemt rechtop, zijn kop geknikt als bij een paard, in de wiervelden langs de kust. Het mannetje neemt de eieren van het wijfje in zijn broedbuidel over en verzorgt de jongen.
Lize Stilma (1961)
Het zeepaardje is geen paardje, maar een visje uit de tropische zeeën dat echter wel het model van een paardje heeft. Dit zeepaardje zwemt als een hefschroefvliegtuig; de rugvin is de schroef. De snuit is een buisje met een klep: Water met visje er in; klepje dicht; water er uit; visje naar de maag! De volgende! Het zeepaardje heeft ook nog een bui...
M. J. Koenen's (1937)
o. zeepaardjes (troskieuwige vis met een kop, die enigszins op die v. e. paard lijkt; Lat. hippocampus hippocampus); ook, hippocamp.
John Kooy (1933)
troskieuwige visch, behoorend t/d stekelbaarzen, levend i/d Atl. Oc. en de Middell. Zee. tot 20 cm lang, rn/e kop eenigszins gelijkend op dien v/e paard. De eieren worden i/e zak a/d buik v/h mannetje uitgebroed. Heeft een grijpstaart en is met stekels bezet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: