‘Oost west thuis best’ zegt een heel bekend spreekwoord. In veel gevallen slaat dat ‘thuis’ op het huis, waarin we wonen.
Maar dat huis, die woning, is voor de ene mens iets geheel anders dan voor de ander. Voor de een kan het een donker, benauwd hol zijn, dat uitgehakt is in een steile berghelling; voor de ander is het een hut op palen aan de rand van een groot meer; voor een derde een royale bakstenen villa op de top van een heuvel; voor een vierde een tent van dierenhuid. Het kan een flatwoning zijn op de zesde verdieping, een hut van gras en leem in het hartje van het oerwoud, een sneeuwhut op de barre ijsvlakten van het hoge noorden of zelfs een wankele woonboot aan de oever van een rivier. Hoe verschillend de mens zijn woningen bouwt, is te zien op de tekeningen bij dit artikel.De eerste vaste woningen, waarvan we de sporen hebben teruggevonden, waren kleine hutten met één vertrek, die gebouwd werden over diepe kuilen in de grond. De lage muren bestonden uit leem, hout of steen. Ze hadden waarschijnlijk geen ramen en ook geen schoorstenen. Plezierig wonen moet het in deze hutten niet zijn geweest; in de winter leek het verblijf erin waarschijnlijk veel op het wonen in een kachel.
In de duizenden jaren, die sindsdien zijn verlopen, heeft de mens geleerd steeds betere woningen te houwen. Voor de bewoners van de eerste holhutten zouden moderne huizen een soort wonder betekenen. Waarschijnlijk zouden ze aan toverij denken bij het zien van onze ramen, ons elektrisch licht, onze verwarming, onze ijskasten en onze water aan- en afvoer.
Op een van de tekeningen staat een gebouw afgebeeld, waarin verscheidene woningen zijn ondergebracht. Het idee om meerdere woningen in één gebouw samen te brengen, is niet nieuw. Reeds in het antieke Rome werden ‘flatgebouwen’ van verscheidene verdiepingen gebouwd. Ze waren van hout en cement en werden ‘eilanden’ genoemd. Het grote verschil met onze moderne flatgebouwen was dat deze Romeinse gebouwen over aanzienlijk minder comfort beschikten.
Veel mensen leven in de veronderstelling, dat de Middeleeuwse kastelen prachtige woningen waren. Ze waren prachtig in vergelijking met de hutten, waarin in die tijd het gewone volk woonde. Maar in vergelijking met moderne woningen waren deze kastelen sombere, vochtige en oncomfortabele spelonken, die niemand zou willen ruilen voor een flatwoning uit onze tijd.
In China en in enige andere landen van het Verre Oosten zijn woonschepen erg populair. In de buurt van grote steden zijn de oevers van rivieren en meren daar heel vaak bezaaid met woonschepen. Ook in Nederland is het woonschip veel in gebruik. Dat geldt vooral voor de jaren na de Tweede Wereldoorlog, toen de grote woningnood in ons land talrijke mensen deed uitzien naar een andere dan normale woongelegenheid.
Moderne huizen kunnen in verschillende stijlen worden gebouwd. Duizenden mensen verdienen hun brood met het ontwerpen van woningen, die behalve aantrekkelijk ook comfortabel en praktisch zijn. Architekten en aannemers zijn voortdurend bezig proeven te doen met nieuwe materialen, die mogelijk voor de woningbouw geschikt zijn. Huizen van plastic, van staal, van aluminium behoren ook in Nederland tot de mogelijkheden van de nabije toekomst. Na verloop van tijd zal het gevolg van al deze experimenten zijn, dat er woningen worden gebouwd, die de huizen van onze tijd ver in de schaduw zullen stellen.