Wie vaak in het bos komt, zal het tak-tak-tak-tak van een specht uit duizenden andere geluiden herkennen. De vogel maakt dat geluid door met zijn sterke snavel tegen een boomstam te timmeren.
Dat timmeren heeft verschillende bedoelingen. Soms hakt de specht op die manier kleine gaatjes in het hout om insekten of insektenlarven te voorschijn te halen. Een andere keer is hij bezig met het uithakken van een nestholte en in het voorjaar dient het gehamer ook om het wijfje te roepen. In dat laatste geval heeft het gehamer van de specht dus dezelfde functie als het lentelied van de merel.Bijna elk land heeft zijn eigen spechtensoorten. Enkele ervan staan bij dit artikel afgebeeld. Nederland en België herbergen vijf spechtensoorten : de groene specht, de zwarte specht, de grote bonte specht, de middelste bonte specht en de kleine bonte specht. De laatste drie soorten verschillen eigenlijk alleen in grootte en zijn slechts door kenners van elkaar te onderscheiden. De middelste en de kleine bonte specht zijn bovendien zeer zeldzaam, zodat er weinig kans is ze te ontmoeten. In de trektijd is er bovendien een kleine kans kennis te maken met de dóórtrekkende Noordeuropese grote bonte specht.
Ook deze vogel kan echter alleen maar door kenners onderscheiden worden van de ‘gewone’ bonte specht. De afgebeelde spechten leven in Noord-Amerika.
Spechten hebben sterke, scherpe snavels en korte staarten met puntvormige uitlopende staartveren. De meeste spechtensoorten hebben vier tenen aan elke voet. Twee tenen wijzen naar voren, de twee andere naar achteren. De dieren leven voornamelijk van insekten, insektenlarven en insekteneieren, die ze uit boomstammen en -takken hakken. De prooi wordt vervolgens met een lange, kleverige tong naar binnen gewerkt. Als insektenverdelgers zijn spechten zeer nuttig.