Een plateau is een vlak stuk land hoog boven de zeespiegel. Het zou vergeleken kunnen worden met het blad van een grote tafel: hooggelegen maar desondanks geheel vlak.
De meeste plateaus liggen in de buurt van bergachtige streken; soms worden ze zelfs doorsneden door bergketens.Veel plateaus zijn van vulkanische oorsprong. Miljoenen jaren geleden zijn ze ontstaan, doordat gloeiende lava in zeer grote hoeveelheden uit het binnenste der aarde te voorschijn trad en zich verspreidde over een oppervlakte van duizenden kilometers, daarbij heuvels en bergen volledig bedekkend. Op sommige plaatsen is zo’n gestolde lavalaag bijna twee kilometer dik. De toppen van hoge bergen steken er nog bovenuit als eilanden in een reusachtige zee van steen.
Plateaus, die niet van vulkanische oorsprong zijn, werden heel vaak gevormd doordat de bodem opgetild werd tijdens de vorming van nabijgelegen gebergten.
Een van de hoogste plateaus (of hoogvlakten) van de wereld is de Hoogvlakte van Tibet in Azië. Andere hoge plateaus liggen in het Andesgebergte. Mexico bijvoorbeeld ligt hoofdzakelijk op een hoogvlakte; hetzelfde is het geval met Ijsland. Veel plateaus worden doorsneden met diepe valleien. Een van die valleien is de beroemde Grand Canyon in Noord-Amerika. Evenals veel andere hoogvlakte-valleien werd dit merkwaardige natuurverschijnsel door het water van een rivier uitgeslepen in het gesteente van het plateau.