Vochtige rotswanden en sloot- en greppelkanten zijn soms bedekt met kleine, groene planten, die we kennen als levermossen. Ook op andere vochtige en lichtarme plaatsen komen deze planten voor.
Op het ogenblik zijn levermossen niet meer zo belangrijk. We kunnen ze niet eten en ze produceren niets, dat voor de mens van waarde is. De levermossen hebben echter een zeer belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het plantenleven op aarde. Geleerden zijn van mening, dat het levermos de eerste plant is geweest die de zee verliet en op het land ging leven. En uit die pionier zouden in de loop van miljoenen eeuwen de mossen, de varens en tenslotte ook de zaadplanten tot ontwikkeling zijn gekomen. Levermos kan dus beschouwd worden als de verre voorvader van bijvoorbeeld onze fruitbomen en onze groenten.
Levermossen zijn erg klein. De plant lijkt wel wat op een enkel blaadje, dat vastgeplakt zit tegen de rotswand.
Ze planten zich voornamelijk voort door middel van geslachtscellen, die soms ontstaan op slanke rechtop staande voortplantingsorganen (zie illustratie). De geslachtscellen van levermossen zijn zo klein, dat ze alleen onder een microscoop zichtbaar worden. Soms ontstaan nieuwe levermossen ook uit speldepuntkleine knopjes, die in uiterst kleine bekertjes groeien.
Als de levermossen op dit moment zouden verdwijnen, zou niemand ze missen. Als ze er echter nooit geweest waren, zou het plantenkleed der aarde er nu heel anders uit zien!