Duizenden jaren lang al heeft de mens hout gebruikt om er fraaie figuren uit te snijden. De houtsnijkunst is een van de oudste kunstvormen uit de geschiedenis; waarschijnlijk ouder zelfs dan de beeldhouwkunst - om de eenvoudige reden, dat hout gemakkelijker te bewerken is dan het zoveel hardere steen.
Niemand kan precies vertellen wanneer de houtsnijkunst ontstaan is. Werk uit die eerste tijd is immers niet bewaard gebleven, omdat hout gemakkelijk wegrot. Bovendien wordt het snel aangetast door insekten. We kunnen echter veilig aannemen, dat reeds de holenmens hout gebruikte om er bijvoorbeeld mesheften van te maken.
Tot de oudste voorbeelden van houtsnijkunst, die de tand des tijds weerstaan hebben, behoort een Egyptisch beeldje, dat ongeveer 5000 jaar geleden gemaakt is en dat bekend staat als ‘het dorpshoofd’. Het is een houten figuurtje, dat later bepleisterd is en beschilderd. De ogen bestaan uit inlegwerk en zijn in koper gevat.
Door de eeuwen heen zijn tal van houten beelden na het snijden beschilderd. Ook tegenwoordig wordt dit procédé nog wel toegepast, al zijn de meeste houtsnijkunstenaars thans van mening, dat hout zelf al zo mooi is, dat het geen beschildering nodig heeft. De houtsnijkunst bereikte vier-, vijfhonderd jaar geleden een van haar schitterendste hoogtepunten. Het houtwerk in de kathedralen en kastelen van die tijd is op prachtige wijze besneden; van hout waren ook de zeer fraaie beelden, waarmee vooral de kathedralen versierd werden. Fraai houtsnijwerk is ook afkomstig uit het bloeitijdperk van de zeilvaart, toen praktisch elk schip een handgesneden, houten schegbeeld voerde. In onze tijd, die wars is van overdadige versiering, beperken de houtsnijders zich meestal tot kleinere figuren, die echter heel vaak even prachtig van vorm zijn als veel vroegere voorbeelden van Houtsnijkunst.