(1276 - 1337) De Italiaanse schilder en bouwmeester Giotto werd als herdersjongen ontdekt door de destijds bekende frescoschilder Cimabue, die hem in de heuvels in de buurt van Florence bezig zag met het krassen van tekeningen in de rotsbodem. In het atelier van Cimabue ontwikkelde Giotto zich al spoedig tot een jongeman, waarvan de meester zeggen moest: ‘Je bent een groter kunstenaar dan ik’.
Omstreeks zijn 20e jaar begon Giotto een eigen atelier. Hij werd naar Rome geroepen om daar een bekend mozaïek te vervaardigen, dat Christus voorstelt terwijl hij over het Meer van Gallilea wandelt. In Florence bouwde hij de beroemde klokketoren van de kathedraal, die meestal ‘Giotto’s Toren’ wordt genoemd. Zijn beroemdste schilderingen zijn de fresco’s (muurschilderingen) in een kleine kerk in Padua. Het zijn er 36; Giotto werkte er zes jaar aan en ze beelden het leven van Maria en van Christus uit. De fresco’s zijn zó levensecht, dat het stuk voor stuk toneelpodia lijken, waarop zich levende mensen bevinden.Giotto behoort tot de grootste schilders uit de geschiedenis; in elk handboek over schilderkunst is de naam van deze vroegere Italiaanse herdersjongen terug te vinden.
De reden voor dit bijgeloof ligt in de merkwaardige vorm van de wilde ginsengwortels. Die lijken namelijk sprekend op de vorm van het menselijk lichaam; ‘ginseng’ betekent dan ook ‘afbeelding van de mens’. De wortels van gekweekte ginsengsoorten missen die merkwaardige vorm.