Bonaire is een van de zes eilanden van de Nederlandse Antillen; met Aruba en Curacao behoort het tot de zg. ‘Benedenwindse Eilanden’, die voor de kust van Venezuela liggen te zonnen in de stralend-blauwe Caraïbische Zee.
Van de drie Benedenwindse Eilanden van de Nederlandse Antillen is Bonaire het kleinste en armste. Terwijl op Curacao en Aruba ‘de olie’ welvaart en bedrijvigheid heeft gebracht, is Bonaire gebleven wat het was: een petieterig brokje okerkleurige rots, waar het leven traag voorbijglijdt en waar een zeldzame flamingokolonie zorgt voor een kleurige noot in het pastelkleurige landschap. Vroeger werd er op Bonaire zout gewonnen en exporteerde het eiland aloë. Voor die produkten is echter geen belangstelling meer op de wereldmarkt en de ongeveer 6000 Bonairianen verdienen nu hun brood in de visserij en in enkele kleine industrieën. Tegenwoordig begint het rustieke Bonaire in trek te komen bij Amerikaanse en Zuidamerikaanse toeristen, die zorgen voor wat vertier in de straten van het hoofdstadje Kralendijk.
Evenals de andere eilanden van de Nederlandse Antillen heeft Bonaire een Eilandsraad, die het eiland bestuurt. Daarnaast kiezen de Bonairianen uit hun midden 1 vertegenwoordiger in de Staten van de Nederlandse Antillen, die in Willemstad (Curacao) vergaderen.