In Ned. zijn wegbereiders van het liberalisme de → patriotten geweest, terwijl de Ned. liberalen zich ook baseerden op de leer van de Franse econoom Bastiat (1801 — 50). die opkwam voor de vrijheid en ontwikkeling van de burgerklasse en vóór vrijhandel en tegen socialisme was; kwam in ons land op als verzet tegen koning Willem I en stelde als eisen: vrijheid van onderwijs, vrijheid van drukpers, ministeriële verantwoordelijkheid, openbaarheid van de financiën en vrijhandel. De GW-1848 verwezenlijkte deze eisen (→ Grondwet; → Thorbecke).
De partijvorming van de liberalen valt in de 2e helft van de 19e eeuw. Door verschillen van mening rond de afschaffing van het → Cultuurstelsel ontstond een behoudende groep onder Thorbecke en een vooruitstrevende groep, de → Jong-Liberalen, onder → I.D. Fransen van de Putte en → E.de Waal. Na 1870 tekenden deze groepen zich duidelijker af: de Oud-liberalen werden conservatief (geen staatsdwang). de Jong-Liberalen wensten uitbreiding van het kiesrecht en invoering van een sociale wetgeving. De positie van de liberalen werd ook verzwakt door hun strijd met de confessionelen om de door hen voorgestane openbare school (→ schoolstrijd). In 1885 werden beide groepen georganiseerd als Liberale Unie.
In 1894, voor alle partijen een moeilijk jaar in verband met de kiesrechtkwestie, ontstond een splitsing in: Liberale Unie en Oud-liberalen. weldra Vrij-liberalen geheten, terwijl 1891 door → M.W.F. Treub de Liberale (Radicale) Bond was opgericht, die algemeen kiesrecht voorstond. Uit deze laatste groepering ontstond 1901 de → Vrijzinnig Democratische Bond (VDB). De totstandkoming van het algemeen kiesrecht (1917 voor mannen; 1919 en 1922 voor vrouwen) betekende neergang voor de liberale groeperingen. Uit de Liberale Unie en Vrij-liberalen ontstond 1921 de → Vrijheidsbond. In 1922 is er nog een korte tijd een liberale partij geweest die de denkbeelden van → S. van Houten aanhing.
Enkele jaren later ging zij op in de Vrijheidsbond. De VDB, in 1938 omgedoopt in Liberale Staatspartij de Vrijheidsbond, vormde 1946 de grondslag voor de door D.U.→ Stikker opgerichte Partij van de Vrijheid. De VDB ging 1945 op in de PVDA, maar 1948 scheidde de groep-Oud (→ P.J. Oud) zich af en vormde met de PVDV de → Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (vvd). De betekenis van het liberalisme is geweest, dat in Nederland de idee van de rechtsstaat vrijwel algemeen aanvaard is.Litt. K.E.van der Mandele, Het liberalisme in Nederland (1962): H.G.Leih, Kaart van politiek Nederland (1962); H.J.L.Vonhoff, De zindelijke burgerheren (1965): G.Taal. Liberalen en Radicalen in Nederland (1980).