Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Liberale Partij in België

betekenis & definitie

te Brussel opgericht 14.6.1846. als eerste politieke partij in België, nadat tevoren reeds de liberale politieke beginselen tot uiting waren gekomen in de groep der → vonckisten, later in de krachten die de → Belgische Revolutie veroorzaakten. Gekenmerkt door een sterk antiklerikalisme.

Zij vormde een homogene regering 1847-55 en opnieuw 1857-70 en 1878-84. Tijdens deze laatste regeringsperiode overheersten de radicaal-liberalen, die de heftige → schoolstrijd van 1879-84 hebben uitgelokt. Ca. 1870 ontstond een breuk in de partij, waar doctrinairen en progressieven tegenover elkaar stonden. Ten gevolge van de eerste grondwetsherziening (1893), met de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht werd zij teruggebracht tot een kleine partij. Tussen de twee wereldoorlogen heeft zij herhaaldelijk deelgenomen aan coalitieregeringen en beheerde dikwijls de Departementen van Onderwijs en Landsverdediging, verloor stemmen in verband met de koningskwestie. Na de ondertekening van het → Schoolpact in 1958 verzaakte de Liberale Partij geleidelijk aan haar antiklerikale houding en werd zij, onder de stuwing van haar voorzitter, → Omer Vanaudenhove. in 1961 hervormd tot → Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (pvv).

Parti pour la Liberté et le Progrès (PLP). De beide taalgroepen besloten 1971 dat hun resp. partijen onafhankelijk van elkaar zouden optreden. De Franstalige liberalen en een deel vanhet → RassembIement Wallon fuseerden 1976 tot een Parti des Reformés et des Libertés Wallonnes.

Litt. A.Simon. L'hypothèse libérale en Belgique (1956).

< >