de eenige provincie van Gallië, die in het bezit der West-Gothen van Spanje bleef na den dood van den grooten Theodorik (526), bevatte het grootste gedeelte van het latere Laqguedoc en Roussillon. Volgens sommigen werd dit landschap S. genoemd, omdat er 7 steden in lagen (Narbonne, Agde, Béziers, Maguelonne, Carcassonne, Elne, Lodève); volgens anderen ontving het dien naam naar het 7de romeinsche legioen (Seplimani), dat te Belerne (thans Béziers) lag.
In de 5e eeuw, toen de West-Gothen zich van S. meester gemaakt hadden (419), nam het den naam van Gothie (Gothenland, Golhland) aan. Reeds onder Clovis werd hun het, westgedeelte met de hoofdstad Tolosa (Toulouse) ontweldigd; het oostgedgelte viel 730 in handen der