de apostel, eigenlijk Simon Barjonas, d. i. zoon van Jonas (den broeder van Andreas), geboortig nit Belhsaida, was visscher van beroep,werd een der jongeren van Jezus, verloochende zijnen meester bij diens gevangenneming, doch boette daarvoor reeds spoedig met een bitter berouw. No het Pinksterfeest trad P. bij verschillende gelegenheden op als woordvoerder der apostelen; in zijne leer was hij (in tegenstelling van Paulns) de vertegenwoordiger der Joden-Cbristenen.
Na vele reizen volbracht te hebben, kwam hij anno 67 naar Rome, en vond daar den dood in de vervolging van de Christenen door Nero. Volgens de overlevering kwam P. reeds in 't jaar 42 naar Rome, en was daar gedurende 25 jaren bisschop; op grond daarvan noemen de pausen zich “opvolgers van P.” In het N. T. zijn twee zendbrieven van P. opgenomen, van welke de eerste geschreven is te Babylon omstreeks hetjaar65;de tweede is echter stellig niet van P., doch eerst in het begin der 2e eeuw ontstaan. Ondergeschovene geschriften van P. zijn: een Evangelie, Handelingen en een boek met Openbaringen. Door de Roomschkatholieke Kerk worden P. en Paulus, als prinsen der apostelen, reeds sedert de 4e eeuw vereerd op den 29 Juni (Petrus-en-Paulus-dag).