republiek in Zuid-Amerika, gevormd uit het voormalige spaansche onderkoninkrijk Peru, is 23.941 vierk. mijlen groot, bevolkt met derdhalf miilioen zielen, en heeft tot hoofdstad Lima. Lang verstond men onder de benaming P. de groote landstreek, die zich langs de Stille Zuidzee uitstrekte tusschen de Evennachtslijn en den Steenboks-keerkring, ten N. door Popayan begrensd, ten O. door de onbekende woestijnen van Brazilië en een gedeelte der Cordilleras, ten Z. door Tncnman, Paraguay, Chili.
Dit uitgestrekte grondgebied had eerst een onafhankelijk rijk gevormd onder de Incas (zie verder hieronder), was toen een onderkoninkrijk van Spanje geworden, ingedeeld in drie audientiën (Los Reyes, Quito, en Charcas of La Plata), en werd later gesplitst in twee afzonderlijke staten, nl. Neder-P. of de republiek P. (zie het begin van dit art.) in het noordwesten, en Opper-P. of de republiek Bolivia in het zuidoosten. Dat land (nl. Opper- en Neder-P.) werd aanvankelijk bewoond door de Quichuas of Peruanen en eenige andere volkeren (Chiquitos, Carapuchos), en vormde van de 12e tot de 14e eeuw het groote rijk der Incas, waartoe zelfs gedurende eenigen tijd de tegenwoordige republiek Ecuador behoord schijnt te hebben, misschien zelfs gedeelten van Nieuw-Granada, Venezuela en Brazilië. Hunne gebouwen, hunne sterkten, hunne tempels, uitmuntende wegen van 1600 a 2000 nederl. ellen lengte door de Andes-bergen heen; hunne vazen, kleederen, wapenen en sieraden; hunne staatkundige en godsdienstige instellingen alles' getuigt van den hoogen trap van beschaving, waarop de bevolking van P. stond. De voornaamste godheid der Peruanen was de Zon, die vereerd werd onder den naam Pachakamak; hun koning, die den titel van Inca voerde, beweerde van dien god af te stammen door Mancocapac, den eersten wetgever van P.; de regeeringsvorm was despotiek, Cuzco was hoofdstad van het Peruaanscbe rijk. De incas Atahualpa en Huescar, dertiende opvolgers van Mancocapac, regeerden over P., toen de Spanjaarden bekend werden met dit land. Pizarro en Almagro deden er hunne opnemingen en veroverden het van 1526 tot 1533. Huescar sneuvelde in den strijd; Atahualpa werd op de meesttrouwelooze wijze door de Spanjaarden ter dood gebracht. Toen werd P. een onderkoninkrijk van de spaansche monarchie, en leverde gedurende drie eeuwen aan Spanje een onnoemelijken schat van edel metaal. Van al de spaansche koloniën in Amerika was P. de laatste, die de vaan der onafhankelijkheid ontrolde. Nadat in 1810 de republikeinen den eersten tocht ter bevrijding van P. ondernomen hadden, werd, na langdurig oorlogen met afwisselend krijgsgeluk, eindelijk door generaal SanMartin (van Buenos-Ayres) de stad Lima bemachtigd, en daar 28 Juli 1821 de onafhankelijkheid van P. geproclameerd onder protectoraat van Bolivar; doch eerst door diens overwinning bij Junin 5 Ang. 1824,en door de overwinning van dencolumbischen generaal Sucre bij Ayacncho 10 Dec. 1824, werd aan de spaansche heerschappij voor goed een einde gemaakt. Sedert dat tijdstip is P. het tooneel geweest van verscheidene omwentelingen en burgeroorlogen, die de ontwikkeling der jeugdige republiek gedurende een twintigtal jaren hebben belemmerd. Het eerste tijdperk van binnenlandsche rust in P. begon met de aanvaarding van het presidentschap door Ramon Caslillo 19 April 1845; bij werd 20 April 1851 opgevolgd door Echenique, en na eenen nieuwen burgeroorlog kwam 1858 Caslillo weder aan het hoofd der republiek P.