een der jongste gemeenebesten in Zuid-Amerika,dusgenaam‘d naar Bolivar den Bevrijder, beslaat als onafhankelijke republiek eerst sedert 6 Ang. 1825, en telt eene bevolking van omstreeks anderhalf millioen zielen, zijnde meerendeels tot het Christendom bekeerde Indianen. Vroeger deel uitgemaakt hebbende van het spaansche onderkoningrijk Peru, later van Bio de la Plata, beslaat B. eene grondsoppervlakte van 14,600 vierk. mijlen; het grenst ten N.
O. en O. aan Brazilië en Paraguay, ten Z. aan de Argentijnsche republiek en Chili, en ten W. en N.W. aan den Grooten Oceaan en aan Peru; en in het westelijk deel des lands is B. doorloopen door het Andes-gebergte, dat zich hier in twee groote armen splitst (met bergruggen van 15,000 vt. hoog, en bergpieken ter hoogte van 20,000 vt.). Tusschen die bergketenen uitgestrekte dalen, onafzienbare pampas en groote woestijnen. Edele metalen bevat de grond van B. in overvloed. Het klimaat is, naar gelang der bergen, vlakten, bosschen, enz. verschillend, doch over het geheel gematigd. De hoofdstad is Chuquisaca.