Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Norfolk

betekenis & definitie

1) graafschap van Engeland, aan de Noordzee, grenst ten Z. O. en ten Z. aan ’t graafschap Suffolk, ten Z.

W. aan 't graafschap Camhridge, is circa 98 vierk. mijlen groot, bevolkt met 435,500 zielen, en heeft tot hoofdplaats de stad Norwich.2) stad in den n.-amerik, staat Virginia, aan de EÜzabeth-rivicr, 7 mijlen van de zee en 18 mijlen bezuidoosten Hichmond; 14,600 inw.; invoerhaven.
3) britsch eiland in Australië, benoordoosten Sidney, ontdekt 1774 door Cook, was tot 1856 een tuchtstation voor de strafkolonie in Nienw-Zuidwallis.
4) Nieuw-Norfolk, ‘engelsch Neiv-Norfollr, de vroegere benaming voor de kustlinie van Russisch Noord-Amerika, van de Admiraliteits-baai tot Baranow-eiland.
5) Baai van iV., of JSorfolk^Sound, eene baai aan de kust van Nieuw-N., ter westzijde van het eiland King-Georgc; aan deze baai de russische stad Sitka of Nieuw-Archangel.

< >