Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Nordstrand

betekenis & definitie

eiland aan de noordzeekust van Sleeswijk, behoort tot hel amt Uusum, was in 1240 nog 9 a 11 mijlen lang en 3 a 8 mijlen breed, doch werd allengs door watervloeden verkleind, inzonderheid door den zwaren vloed van 1634, waarby 6400 menschen omkwamen en het grootste gedeelte van N. verzwolgen werd, zoodat thans slechts de eilanden Pel worm en N. daarvan overig zijn. De (friesche) bevolking van N. bedraagt omstr. 2400 zielen.

< >