Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Merseburg

betekenis & definitie

stad in de pruis. prov. Saksen, aan de Saaie, 19 a 20 mijlen bezuidoosten Berlijn; 12,500 inw.; prachtige domkerk met praalgraf van Rudolf van Zwaben.

Sedert de 9e eeuw was M. de hoofdstad van het graafschap M. (dat ook Memleben, Wurtzen, Rochlitz, Leisnig, enz. bevatte); later was M. dikwijls de residentie van koning Hendrik I, bijgenaamd de Vogelaar (door wien 933 bij M. de Hongaren verslagen werden), en van zijnen zoon Otto I (door wien 968 het bisdom M. gesticht werd, onderhoorig aan 't aartsbisdom Maagdenburg). Van 1656 tot 1738 was M. de residentie der hertogen van Saksen-Merseburg. Zes uren gaans bezuiden M. ligt Möbsen, vermaard door den slag van 1080. waarin Rudolf van Rheinfelden sneuvelde. Tegenw, is M. de hoofdplaats van het prnis. reg.-district M. (circa 189 vierk. mijlen ; 832,000 zielen).

< >