tegenkoning van Hendrik IV, zoon van graaf Kuno van Rheinfelden, schaakte en trouwde Mathilda, de zuster van keizer Hendrik IV; hij bekwam 1058 het hertogdom Zwaben, doch werd reeds 1060 weduwnaar. Aanvankelijk hield hij de zijde van den keizer, doch nam 1076 deel aan de besluiten der vorsten-vergadering te Tribur, en werd 15 Maart 1077 te Forchheim tot koning gekozen, 26 Maart te Maintz gekroond, doch door den teruggekeerden Hendrik in den rijksban gedaan.
Wel bevocht R. overwinningen bij Mellriclistadt(7 Aug. 1078), Fladenheitn (27 Jan. 1080) en Mólsen nabij Merseburg (15 Oct. 1080); doch in laatstgen. slag werd hij zoo gevaarlijk gekwetst, dat hij reeds den volgenden dag te Merseburg stierf. Zijne rechterhand was afgehouwen.
