Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

J. j. baier

betekenis & definitie

een duitsch geneesheer en natuurkundige, geb. 1677 te Jena, gest. 1735, oefende zijn vak uit te Halle, Neurenberg, Regensburg en Jena, en werd professor in de geneeskunde te Altorf. Zijne Oryctographia norica (Neurenberg 1708, in 4°.; herdrukt 1758 met bijvoegsels, in fol.) is zeer geacht.

< >