1) stad in België; zie HAL.
2) stad in Oostenrijk; zie HALLEIN.
3) stad in pruis. Westfalen, 6 uren gaans bezuidw. Herford, aan het Teutoburger woud; 1400 inw.
4) dit H.. ter onderscheiding van andere H. genoemde plaatsen meestal Halle aan de Saaie, stad op den rechteroever van de Saaie, in het pruis. reg.-distr. Merseburg, in het Latijn Hala Saxonum, ligt 18 mijl. bezuidw. Berlijn,en heeft (met de voorsteden Glaueha en Neumarkt, vroeger twee afzonderlijke steden) eene gezamenlijke bevolking van ruim 40,000 inw. De beroemde zoutwerken te H., die tot de oudste en meest-opleverende van Duitschland belmoren, leveren jaarlijks gemiddeld 220,000 centenaars. De universiteit van H., gesticht door Frederik I, werd 1094 ingewijd; 12 April 1815 is die van Wittenberg daarmede vereenigd. H. is de geboorteplaats, van Strnensee, van Handel, van den oriëntalist Michaelisen van den geneeskundige Hoiïmann. De stichting van H. dagteekent uit het begin der 9e eeuw; het eerst vinden wij H. vermeld als Burg Hala in 806; tot stad werd het verheven 981 door Otto I; in de 15e eeuw voerde H. een langdurigen oorlog legen de bisschoppen van Maagdenburg, en in de 15e eeuw tegen den keurvorst van Saksen. In den 30-j. en in den 7-j. oorlog werd H. verscheidene malen ingenomen en geplunderd. Sedert 1694 behoort H. aan Pruisen. In 1806 maakten de Franschen zich van H. meester, en voegden het bij het koningrijk Westfalen; doch in 1814 werd het aan Pruisen teruggegeven.