of Bebelius, geb. 1480 in Zwaben, beoefende reeds in zijne jeugd de latijnsche dichtkunde met zooveel goed gevolg, dat keizer Maximiliaan hem de eerekroon van dichter toewees. Later werd hij professor der fraaije letteren te Tubingen, en legde zich vooral toe op geleerde nasporingen, omtrent oudheden en betreffende de geschiedenis van Duitscbland.
Men heeft van hem : Facetiarum lib. III (1506); Triumphus Veneris (Tubingen 1508; dit dichtstukje is dikwijls herdrukt); 0puscula{ 1516).