(lord), geb. te Shuckborough in StatFiml 1697, gest. 1762, een der beroemdste britsche zeelieden. Reeds 1716 was hij scheepsluitenant, diende in de Oostzee, vervolgens tegen Spanje en was 1723 kapitein.
In 1739 werd hem het kommando toevertrouwd over eene expeditie van 5 groote en 3 kleine vaartuigen met 1500 man, om de Spanjaarden in de Zuidzee te verontrusten. Na velerhande avonturen keerde hij met eenen buit van honderd duizend ponden sterling, bedreigd door groote gevaren, naar Engeland terug, nadat hij door zijne nasporingen de expeditie ook voor de wetenschap belangrijk had gemaakt. Hij werd 1744 admiraal der witte vlag, en stierf, na verscheidene roemrijke togten, in 1762, na ongeveer een jaar eerste admiraal en opperbevelhebber der engelsche vloot te zijn geweest. Men heeft het verhaal van zijne reis rondom de wereld iudejaren 1740—1745 uitgegeven te Londen in 4°. (1748), en 1749 isdaarvan te Amsterdam eene vertaling in het Fransch in het licht verschenen.