graaf van Péluse, fransch wiskundige, geb. 10 Mei 1746 te Beaune, was de zoon van een onvermogend man, die met negotie den kost won. Door zijn uitstekenden aanleg trok M. reeds jong de opmerkzaamheid, werd 1780 prof. der hydraulica te Parijs, zag zich, als ijverig voorstander van de omwenteling, 1792 benoemd tot minister van marine, en stelde al het mogelijke in het werk, om Frankrijk de noodige verdedigingsmiddelen te verschaffen.
Als medestichter van de Polytechnische school, aanvaardde hij daarbij het professoraat voor de wiskunde; bij vergezelde Bonaparte naar Egypte, en werd president van het instituut van Cairo. Door Napoleon werd hij benoemd tot sénateur en tot graaf van Péluse, en overladen met eerbewijzen. Dat alles werd hem afgenomen bij de tweede Restauratie, en hij stierf 18 Juli 1818. Bovenaan in de rij van M.’s verdiensten staat de uitvinding van de beschrijvende geometrie. Hij gaf o. a. in het licht : Leçons de géométrie descriptive (7e dr. Par. 1846); Application de l’analyse à la géométrie des surfaces du 1 er et 2nd degrés (5e druk Parijs 1849); Traité élémentaire de statique (1788; 5e druk Parijs 1845); L'art de fabriquer les canons (Parijs 1796). Buitendien is M. een der voornaamste bewerkers geweest van de Description de l'Egypte.