de Taurische Chersonesus der ouden, schiereiland in het zuiderdeel van europ. Rusland, tot het russ. gouvernement Taurié behoorende, is slechts door de smalle landengte van Perekop (tusschen de Zwarte Zee en de Zee van Azof) met het vasteland van Rusland verbonden, heeft eene kustlengte van 140 mijlen, en beslaat eene oppervlakte van 360 vierk. mijlen.
Aan den weg van Caffa in het O. verheft zich het taurische bergland, dat onder den naam van Jaila de geheele zuidkust als omringt. In deze zuidelijke streken, die in allen deele het tegenbeeld zijn van het woeste steppenland in het noordelijk gedeelte, treft men eene menigvuldige afwisseling aan van welvarende plaatsen, sterkten en ruinen uit de oudheid, kloosters, tarlaarschc moskeen, schoone lusthoven en heerlijke olijfboomgaarden. Bij een klimaat, dat voortreffelijk genoemd mag worden, is de plantengroei rijk en welig; terwijl het steppenland daarentegen een aantal zoutgronden en zoutmeren bevat, welker uitdampingen daar de atmosfeer bederven. De hoofdplaats van de K. is Simferopol; van de overige steden zijn de voornaamste Sebastopol, Eupatoria, Caffa, Jenikaleh, Batsji-Sarai, Karasoe-Bazar, Kertsj.De naam van K. is aan dit schiereiland gegeven naar de stad K. (zie het vorige art.); de oorspronkelijke bewoners waren de Taitren (Tauri), waarom de Grieken dit schiereiland Taurié, Tauris of Taurische Chersonesus noemden. De Tauren kwamen zich op dit schiereiland nederzetten in de 6e eeuw v. Chr., stichtten er verscheidene steden, en vormden omstr. 480 v. Chr. het kleine Bosporanische rijk, dat later onderworpen werd door Mithridates, door de Alanen en door de Gothen. Eindelijk werd de K. overweldigd door de Hunnen, die er meester van bleven tot in de 4e eeuw na Chr., toen de K. veroverd werd door de Hongaren; deze werden er in de 6e eeuw uit verdreven door keizer Justinianus, doch in 679 werd de K. geheel en al onderworpen door de Khazaren. Na hen volgde de overheersching der Petsjenegen, der Polowtzen, der Tartaren van Kaptsjak (1237), der Genueezen (1261); laatstgenoemden stichtten er de stad Kefa. In 1475 bracht Mahomed 11 de K. onder zijn gezag, en stelde ereen khan als landvoogd over aan. In 1783 werd de K. bezet door de Russen, en in 1791 formeel door Turkijé aan Rusland afgestaan. Van 1854 tot 1856 was de K. het tooneel van den russisch-turkschen oorlog (den Krim-oorlog), waarin Frankrijk en Engeland werkdadig optraden als bondgenooten van Turkije (zie SEBASTOPOL).
