d. i. Schiereiland.
Dezen naam gaven de Grieken en Romeinen aan verscheidene kapen en steden, waaronder inzonderheid volgende ;1) C. thracica, tusschen de golf Mêlas en den Hellespont, zijnde het tegenwoordige schiereiland Gallipoli ; de voornaamste steden waren Sestos, Callipolis, Lysimachia. Door Miltiades werd deze C. aan Athene onderworpen, doch ging in den Peloponnesischen oorlog weder voor de Atheners verloren.
2) C. laurica, ook C. scylhica, en ook C. cimmeria, tegenwoordig de Krim, strekte zich uit tusschen den Pontus Euxinus (Zwarte Zee) en den Palus Mœotis (Meotis-meer). Deze C. droeg den eerstvermelden naam naar de Tauri, een woest en ongastvrij volk, dat de vreemdelingen, die daar kwamen aanlanden, vermoordde.
3) C. aurea, d. i. Gouden C., in Indië, aangenezijde van den Ganges, heet thans schiereiland van Malakka.
4) C. cimbrica, het cimbrische schiereiland tusschen de Germaansche Zee en den Codanus sinus (de Oostzee), werd dus genoemd, omdat de Cimbren er woonden; het is het tegenwoordige Holstein, Sleeswijk en Jutland.