tegenw. Azië (zie dat woord), werd reeds hij de ouden voor het grootste werelddeel gehouden, ofschoon destijds nog slechts ten deele bekend.
Men splitst A., zooals het na de veldtogten van Alexander den Gr. bekend wasgeworden,in Opper-A. (het oostelijk gedeelte) en Ncder-A. (het westelijk gedeelte); of ook in A. aan deze en A. aan gene zijde van het Taurus-gebcrgte (Asia cis Taururn en Asia trans Tavruni). Het aan de Perzen onderworpene land (d. i. nagenoeg het gansche bekende Azië) begreep volgens Herodotus (behalve Persis, dat tot geen satrapie behoorde) in zich de volgende 20 satrapien:
1) lonic, .-Eolis, Doris, Carie, Lycic, Müyas en Pampbyliè.
2) Mysië, Lydié, Cabalië.
3) Hellespontus, Phrygiè, Paphlagonië, Cappadociê.
4) Cilicie en Klein-Armenie.
5) Phenicië, Syrië, Palestina, Cyprus.
6) Egypte, Cyrenaica.
7) Sattagyda?, Gandarii, enz.
8) Susiana.
9) Babylonie, Assyrie.
10) Medie.
11) Het land der Caspii, enz.
12) Bactriana.
13) Armenië.
14) Drangiana, enz.-
15) De Sacai.
16) Parthyene, Sogdiana, Arie.
17) De Paricani.
18) De Maliëni* enz.
19) De Mosji, Mossynceci, enz.
20) De Indiërs, in den rorneinschen tijd was Indië nagenoeg op gelijke wijze ingedeeld in 18 provinciën.
De naam Asia Minor (d.i.khAnAzie), komt eerst laat, omstreeks de 4e eeuw na Chr., als gemeenschappelijke benaming voor. Wij verstaan daaronder het tegenwoordig Anadoli genoemde schiereiland van Voor-Azië, waarvan in het oosten Armenië en de bergketen van den Paryadres de grenzen vormde. De verwantschap der dit schiereiland bewonende volkeren kan niet met volkomeriegewisheid opgegeven worden. Het voornaamste volk, de Phrygiers, waarmede de Lydicrs en ('ariërs nanuw verbonden waren, moeten volgens de berigten der ouden verwant zijn geweest aan de Armeniërs. In Lycic en aan de westkusten schijnen zeer oude, naauw aan de Grieken verwante bevolkingen (Gelegen, Pelasgen, Tyrrheners, Trojanen, Dardaniers) op den voorgrond gestaan te hebben; deze werden ten deele verdrongen door thracische volkstammen (Mygdonen, Mysiërs, Thyniers, Bithyniers). Onbekend is de herkomst dcrCappadocen en Paphlagonen. Tot Klein-Azië werden gerekend 14 landschappen:
1) Op de westkust : Mysie met Trojc, y-Eolis, Lydië, Carie.
2) Op de zuidkust : Lycie, Pamphylie, Cilicie.
3) In het binnenland : Cappadociê, Lycaonic, Pisidië, Phrygië, Galatiê.
4) Op de noordkust : Bithyuie, Paphlagonië, Pontus.
Uit een gedeelte der genoemde landen was Asia propria of A. propric dicfa zamengesteld namelijk het romeinsche wingewest Asia. Overal waar de Romeinen van Asia spreken, en niet het geheele werelddeel bedoelen, is onder den naam Asia slechts dit wingewest te verstaan. Het was gevormd uit het perganienische rijk van Attalus, dat 130 v. Chr. als erfdeel aan de Romeinen kwam. Behalve de kuststreken en eilanden van Ionië, .Eolis en Doris omvatte dit wingewest Phrygië, Mysie, Carie en Lydie, en werd aanvankelijk door propraUorcn, later door proconsuls bestuurd.