aanzienlijke fransche familie uit Metz, die na de herroeping van het Edict van Nantes emigreerde naar Pruisen. Dit deed namelijk
(David), geh. te Metz 18 Maart 1617, die 1686 bij de fransch gereformeerde colonie te Berlijn predikant werd, en aldaar 3 Sept. 1692 stierf.
(Charles), zoon van den vorige, geb. te Metz 28 Julij l659, was tijdens de herroeping van het Edict van Nantes advokaat te Metz, nam met zijnen vader de wijk naar Berlijn, waar hij regter en directeur der zooge
naamde Réfugiés werd. Vervolgens ging hij als gezant naar Zwitserland, en was van 1695 tot 1699 raad in baden-dnrlachsclie dienst. Te Berlijn teruggekeerd, werd hij historiograaph des koningsen directeur van policie,en stierf 5 Julij 1715.—A. (Louis Frédéric), kleinzoon van den vorige, geb. te Berlijn 1740, stierf aldaar 1814 als predikant bij de fransche gemeente enoppe.rconsistoriaalraad.—A.(Jean Pierre Frédéric), zoon van den vorige, geb. te Berlijn 30 April 1767, gesl. 19 April 1837, werd predikant bij de fransche gemeente aldaar, 1792 tevens hoogleeraar in de geschiedenis aan de militaire akademie en, na de in het licht verschijning van zijn beroemd Tableau des rémlulinns du sgstèmepolitujue de TEurope depuis le 15e siècle (4 dln., Berlijn 1803 —1805), lid der akademie en koninklijk historiograaph. In Aug. 1810 werd hij tot leermeester van den kroonprins benoemd, trad 1814 als werkelijk geheim-legatieraad in het ministerie van buitenlandsche zaken, waarvan hij vooral sedert 1818 de ziel werd; 1831 werd hij werkelijkgeheimraad.chef van het departement voor Neufchatel, secretaris van staat voor de buitenlandsche zaken, en 1832 minister voor dat geheele departement.
