duitsch oriëntalist, geb. 11 Febr. 1811 te Hamburg, ging in’t laatst van 1845 als gezantschapssecretaris naar Constantinopel, was daar van Nov. 1847 tot einde Juni 1859 zaakgelastigde der Hanze-steden, en is sedert in Turkije genaturaliseerd en lid van de rechtbank van koophandel te Constantinopel. Grondig kenner van de nieuwe talen en letterkunde van Voor-Azië, kent M. daarvan evenzeer de geschiedenis en de oudheidkunde.
Behalve eene duitsche overzetting der arabische Geographie van Istakhri (Hamburg 1845) gaf hij reeds in het licht: Belagerung tmd Eroberung iion Konstanlinopel (Stuttgart 1858) en Die Amazonen (Hanover 1862). Hoogstverdienstelijk heeft M. zich bovendien gemaakt door de verklaring van Pehlewimunlen, door de ontcijfering van Keil-opschriften der tweede soort, en door zijne belangrijke studiën over de oude geographie en taalkunde (het Phrygisch) van Klein-Azié: de meeste opstellen daarover zijn opgenomen in het «Zeitschrift der Deutschen morgenland. Gesellschaft” en in de Verslagen (of »Sitzungsberichten”) der beiersche akademie.