Asphyxie, Sujjocatie, belemmering of onmogelijkheid der gaswisseling (opname van zuurstof, afgifte van koolzuur) in de longen; hierdoor wordt de verversching van het bloed onvoldoende of onmogelijk en treedt ten slotte de dood in. Men kan onderscheiden een eenvoudige V. (waarbij de hoeveelheid ingeademde lucht onvoldoende is) en een V. door giftige dampen of gassen.
Tot de eerste soort behooren gevallen van V. door te sterk verdunde lucht (te hoog opstijgen in een luchtballon), of sterk met koolzuur beladen lucht, mechanische belemmeringen der ademhaling (verworgen, verdrinken, ophanging, dooddrukken in volksgedrang, vreemde lichamen of ziekten en aandoeningen der luchtwegen en longen), verlamming van het ademhalingscentrum of van de middenrifszenuw (door ziekten of vergiften), belangrijke stoornissen in den bloedsomloop (hartziekten, embolie van een groot bloedvat in de longen, enz.), dichtdrukken der navelstreng tijdens de geboorte. De voornaamste vergiftige gassen, die V. kunnen teweeg brengen zijn kooloxydgas (kolendamp), zwavelwaterstofgas, lichtgas, moerasgas; zie ook bij Gassen (vergiftige).De zieke moet onmiddellijk worden overgebracht in versche lucht en kunstmatige ademhaling (zie Ademhaling) moet, zoo noodig, worden toegepast; in sommige gevallen, b.v. bij verlamming van het ademhalingscentrum, zware hartziekte, embolie, enz. is hiervan natuurlijk geen heil te verwachten. De pogingen tot opwekken der ademhaling moeten geruimen tijd worden voortgezet; ook bij aanvankelijk succes bewake men den lijder zorgvuldig, daar het dikwijls voorkomt, dat de ademhaling later weer stil gaat staan, en de kunstmatige dus herhaald moet worden. Zie Kunstmatige ademhaling.
