Onder het volk is nog zeer verbreid de onzinnige meening, dat men een opgehangene niet mag afsnijden, vóór de politie ter plaatse is, een opvatting, die ongetwijfeld al aan menig gehangene het leven gekost heeft. Het spreekt van zelf dat dit afsnijden zoo spoedig mogelijk moet geschieden, waarbij men er op te letten heeft, dat de bewustelooze niet valt en daarbij nog bovendien een arm of been breekt.
Daarna begint men zoo spoedig mogelijk met de kunstmatige ademhaling (zie aldaar). Een gehangene heeft meestal een blauwrood gelaat met uitpuilende oogen, die met bloed beloopen zijn; de tong hangt veelal uit den mond, terwijl de hals een blauwroode insnoering vertoont.