breking, in ’t algemeen de verandering, die optreedt in de richting van een lichtstraal bij overgang van de eene stof in de andere. Onder R. van het oog verstaat men de breking van het oog in den toestand van rust, d.w.z. zonder eenige inspanning der accommodatie.
Bij het normale oog is deze breking zóó, dat evenwijdig invallende stralen op het netvlies vereenigd worden; dezen brekingstoestand noemt men Emmetroprie. Komen deze stralen vóór het netvlies tot vereeniging, dan spreekt men van bijziendheid of myopie, vereenigen zij zich achter het netvlies, dan bestaat verziendheid of hypermetropie. Worden evenwijdig invallende stralen nergens in één punt vereenigd, dan spreekt men van Astigmatisme; dit kan zijn regelmatig (wanneer de brekende vlakken in iederen meridiaan op zich zelf genomen regelmatig gekromd zijn, maar de kromming der meridianen onderling verschilt), of onregelmatig (wanneer in een en denzelfden meridiaan een onregelmatige kromming bestaat). De oorzaak van het astigmatisme ligt in verreweg de meeste gevallen in het hoornvlies, soms echter in de lens. Zie verder bij Astigmatisme.Onder Anisometropie verstaat men een verschil in brekingstoestand der beide oogen. Behalve door een bril zou dit verschil alleen kunnen worden gecompenseerd, door met het eene oog sterker te ac-
commodeeren, dan met het andere; daartoe is de mensch echter niet in staat, en een anisometroop zonder bril ziet dan ook nooit met beide oogen tegelijk duidelijk.