Gepubliceerd op 14-06-2022

Verziendheid

betekenis & definitie

oververziendheid, Hypermétropie,[/i] een toestand van het oog, tegengesteld aan de bijziendheid (zie aldaar). Hierbij worden evenwijdig invallende stralen niet zoodanig gebroken, dat zij zich vereenigen op het netvlies, zooals dat in het normale (emmetrope) oog het geval is, doch zoo, dat hun vereenigingspunt achter het netvlies ligt.

Deze toestand wordt als regel veroorzaakt door een te korte lengte-as van het oog; de verziende komt aan het gebrek tegemoet, door de lens sterker te krommen (accommodatie, zie aldaar), waarbij de breking toeneemt. Wordt dit onmogelijk, hetzij door toename der V. of door afname van het accommodatie vermogen (op lateren leeftijd), dan is hij verplicht een bril te gaan dragen met positief (convex) glas.Op lateren leeftijd, wanneer de accommodatie afneemt, kan het oog wel de evenwijdig invallende stralen op het netvlies vereenigen, doch niet de divergeerende (die uitgaan van een dichtbij gelegen voorwerp) ; mÈn spreekt dan van presbyopie; hier is dus voor het zien in de nabijheid (lezen, schrijven enz.) een bril noodig eveneens met positieve glazen.

< >