Mollig en rond. Meestal gebruikt met betrekking tot vrouwen en kinderen. In deze betekenis reeds opgetekend bij Bredero en andere zeventiende-eeuwse auteurs.
In de roef vond ik daadlijk een meisjen, dat, Op liefde prat, Zoo aardig en poezelig by my zat.
G. van de Linde: Gedichten van den Schoolmeester. 18.59