Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

poes(je)

betekenis & definitie

Voor mensen die niet houden van de technische term vagina* is dit wellicht het meest gebruikte substituut voor een bekend (maar door velen verafschuwd) drieletterwoord. Deze betekenis werd al opgetekend in de zeventiende eeuw (‘Pans Fluytje, ofte heydens banket’. 1675). Uit dezelfde periode stamt de uitdrukking ‘het poesje laten slapen als de maan achter de kerk is’: geen geslachtsgemeenschap hebben tijdens de menstruatie. ‘Poes in de hangmat hebben’ wijst op menstruatie. ‘Hangmat’ is dan een eufemisme voor een maandverband (een tampon wordt ook wel eens eufemistisch ‘witte muis’ genoemd). Een recente uitdrukking is ‘poesje eten’ voor beffen of het praktiseren van cunnulingus.

In meerdere talen wordt ‘poes’ gebruikt om te verwijzen naar vrouwen (meestal op geringschattende toon) en naar het vrouwelijk geslachtsorgaan. Vgl. Engels ‘pussy’; Frans: ‘minette’; Duits: ‘Puse’. In de achttiende eeuw was ook ‘kat’ een volkse benaming voor de vagina, terwijl dat woord ook in het Bargoens werd opgetekend voor een hoer (o.a. bij Teirlinck: ‘Woordenboek van bargoensch’. 1886).

Ik vind het leuk als mannen naar mijn poesje gluren.

Charles Bukowski: Warmwatermuziek. 1984

En vervolgens was ze even door haar knieën gezakt, had ze haar dijen een tikkie gespreid en had ze met de handdoek haar poes gedroogd.

Leon de Winter: Kaplan. 1986

Onder haar grijze rok zat een zonder twijfel kletsnat poesje te wachten op een flinke beurt. Penthouse, november 1990

De opbrengst van Miep Brons’ carnavalshit ‘Wie wil er mijn poesie effe zien’ is niet eens voldoende voor een blik kattevoer.

Nieuwe Revu, 10-01-91

< >