Eufemisme voor ouwehoeren, dat voor velen te grof klinkt. Zie ook ouweklessebessen'*.
Ondertussen zit Danny gezellig te ouwenelen met de kersverse judokampioen Michel Koster, ook 18 jaar.
Popfoto, februari 1988
De mensen hier zaten niet te ouwenelen van hoe het nou met me was, maar hielpen echt.
Nieuwe Revu, 21-07-99