Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 21-04-2022

veer

betekenis & definitie

I. vieren, voor de wind omwenden; draaien; uitschieten about, voor de wind omlopen; veer aft, ruimen [wind]; vault round, omlopen [wind]; (bij)draaien; zwenken, fig een keer nemen; vault and haul, (beurtelings) vieren en halen;

II. 1. vieren (ook: veer away, veer out); 2. doen draaien, wenden;

III. wending, draai.

< >